Hervormde Gemeente Waarder

“En Jozua gaf het Israel ten erfdeel, naar hun afdelingen, naar hun stammen. En het land rustte van de strijd.”
Jozua 11:23b

We zijn 7 jaar verder. Sinds de doortocht door de Jordaan. Zeven jaar van strijd. Tegen Jericho en tegen Ai. Toen die vrede met de Gibeonieten. En toen is eerst het midden van het land veroverd (h 10 eerste deel.) Vijf koningen verslagen. Daarna het zuiden van het land (h 10 tweede deel) En daarna het noorden (hoofdstuk 11). Onder leiding van Jozua. De HEERE had hem grootgemaakt voor de ogen van heel Israel. Israel had geloofd en vertrouwd dat wat Jozua zei de stem des HEEREN was. En na 7 jaar strijd geldt nu: het land rustte van de strijd. Dat was gebeurd onder leiding van Jozua. Maar meer dan Jozua is Jezus.

Jozua deelt de erfenis uit. Het beloofde land verdeelt hij onder de stammen. Gods belofte wordt vervuld en uitgedeeld. Elke stam krijgt een deel van het land der belofte. Met melk en honing, granaatappelen en wijnstokken en vijgenbomen. Ze kregen het goed, daar in Kanaan.

Maar Jezus overtreft Jozua. Want Jezus verdeelt het hemels Kanaän. Want Jezus vervult al Gods beloften in heerlijkheid. Op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daar zal geen moeiten en geen rouw en geen dood meer zijn. Daar zal God alles en in allen zijn. Daar zal vreugde zijn, daar zal heiligheid zijn, daar zal God alles en in allen zijn.

En daar krijgt ieder alles. Gods beloften zijn zo vol en rijk, die hoeven niet verdeeld te worden, dat de een dat stukje krijgt en de ander dat stukje. Nee, ieder krijgt daar alles. Ieder krijgt de volle erfenis van God Zelf. Daar is rust. Ieder kind krijgt alles. Ook het zwakste en het kleinste.

Hoe dat kan? Omdat de Heere Jezus die erfenis verworven heeft. Die erfenis die wachtte aan het einde van de wet. En de wet is een hoge berg. En op de top van die berg wacht de hemelse erfenis. Maar wie klimt die berg op? Wie bereikt de top van de berg van volkomen vervulling van de wet? Van volkomen gehoorzaamheid, of van volkomen dragen van de schuld? Niemand. Niemand.

Totdat Hij kwam, de Heere Jezus. Hij is de wet gaan vervullen. En Hij heeft gehoorzaamheid bewezen. Hij heeft de straf gedragen en heeft dat in gehoorzaamheid gedaan. Hij moest die berg beklimmen, beladen met de last van onze zonden en Gods toorn. Maar Hij volbracht het. Hij kwam boven op de berg aan: nooit gestruikeld, niet blijven steken, maar er gekomen, door Gethsemané heen toch de top behaald. De wet vervuld en zo en daarom: de erfenis gekregen. De erfenis van eeuwig leven, van de Heilige Geest, van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

En Jezus deelt de erfenis uit. Jezus daalt neer en zegt: in Mij is de erfenis van vrede met God en eeuwig leven. Ik breng hem u en biedt hem u aan en jou. Wat dan? Wat nu? Zul je eraan voorbijgaan? Och, de wet vervuld, ik zie dat niet zo zitten, waarom zo moeilijk doen? Ik maak me niet druk om ergernis of geen erfenis na mijn leven. Voorlopig niet in elk geval.

Wat dan? Wat nu? Zelf blijven proberen de berg op te klimmen? Hoe ver denkt u al te zijn? Hoe ver denkt u ooit te komen? Aan de top? Vergeet het maar.

Wat dan? Wat nu? Leven van wat Jezus geeft. Ontvangen wat Hij mij aanbiedt. Als een verlorene, als een erfgenaam van de eeuwige dood, als iemand die nooit, nooit de top bereikt en daarom vervloekt is. Als zo één in ontvangst nemen wat Jezus aanbiedt: de erfenis. Onvoorstelbaar. Nochtans. Uit genade gekregen, door Jezus verdiend. Maar nu ben ik erfgenaam van een eeuwig goed, van het hemels Kanaän.

En daar druppelt al van door. Daar stroomt al van naar binnen toe. Hier en nu. Eerstelingen van de Geest. Beginselen van de rust. Van een vrede met God en vreugde in God. Van een liefde van God en liefde tot God. Van Gods inwoning en Vaderhart. Van een verlangen naar God en Zijn heil in Zijn volheid. En die eerstelingen doen verlangen naar meer. Ja, de schepping zucht als in barensnood. De Geest zucht naar de volheid. En wij die de eerstelingen van de Geest hebben zuchten ook wel eens. Naar de volheid. Daarom verwachten wij die dag met groot verlangen om te genieten al de beloften Gods in Jezus Christus onze HEERE.