Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus,
Zondag 20 vraag en antwoord 53

Romeinen 8:11-17 en Johannes 14:16-21

De Heilige Geest. Drie gezichtspunten:

1. hoe de Heilige Geest werkt in ongelovigen en hen tot bekering brengt.
2. hoe de Heilige Geest gaven, talenten, ambten geeft aan gelovigen én ongelovigen.
3. hoe de Heilige Geest werkt in allen die geloven. Daar gaat zondag 20 over.

Alle gelovigen geldt: de heilige Geest is ook mij gegeven. Als verzegeling (Efeze 1:13). Bewijs van Gods eigendom.

1. Hij deelt

Moeder geeft haar kind een kado. Eén pakket met heel veel doosjes erin. Moeder geeft het en dan is het van het kind. Moeder helpt ook mee uitpakken en dan gebruikt het kind het en het geniet ervan.

De Heilige Geest brengt tot geloof: Christus en al Zijn weldaden zijn mijn eigendom.
De Heilige Geest laat zien wat je ontvangen hebt en leert je er gebruik van maken. Dat laatste wordt hier bedoeld: de Heilige Geest laat zien: je bent kind. Je bent erfgenaam (Romeinen 8:11-17). En zo alle schatten uit zondag 14 t/m 19. En de Heilige Geest laat zien Wie Christus is: Zijn naturen, ambten, staten en namen.

Dan kun je er niet over uit. Verwonderd en vol aanbidding. Zonder de Heilige Geest durf je óf het niet toe te eigenen óf je zegt dat het van je is maar zonder verwondering.

2. Hij troost

Johannes 14-16 noemen de Heilige Geest: Trooster. Dat is hetzelfde woord als in I Johannes 2:1 voor Jezus wordt gebruikt. Belangenbehartiger. Jezus behartigt bij God de belangen van de gelovigen. De Heilige Geest behartigt in de gelovigen de belangen van God. Zijn Naam, rijk, geboden en eer. Zo is Hij de Trooster bij uitstek.

Want de diepste smart van een gelovige is: er is zoveel in de samenleving en je eigen leven dat God onteert. De Heilige Geest wijst op Christus en begint om ons Zijn beeld gelijk te maken. Hoe langer hoe meer leer ik dat ik Hem daarvoor nodig heb. De grootste troost is: eens zal dat volmaakt zijn.

2. Hij blijft

Jezus is heengegaan, de Geest blijft. Wij zijn vaak ontrouw, de Geest blijft getrouw. Wij bedroeven Hem, doen Hem verdriet. Toch verlaat Hij ons niet, maar blijft bij, met en in ons. En Hij brengt weer tot inkeer en terugkeer. Daarom bidt David in Psalm 51: Neem Uw Heilige Geest niet van mij. De Heilige Geest brengt thuis! Wat een rijkdom. Wat arm als we dat missen!

Dat geeft zicht op de verlossing. Dat verdiept de zondekennis en verrijkt de dankbaarheid.
De Heilige Geest is samen met de Vader en de Zoon: God. Daarom kan Hij deze dingen doen. Daarom wil Hij deze dingen doen. Hij  heeft ons dat samen met de Vader en de Zoon verzegeld in onze doop.

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Welke van de 3 gezichtspunten vindt u het interessantst? Waarom?
2. Probeer eens te zeggen hoe rijk een gelovige is in Christus.
3. Wat is het verschil tussen (a) het niet durven toe eigenen van Christus en al Zijn  weldaden, (b) het ons vanzelfsprekend toe eigenen of (c) dat de Geest het ons toe eigent?
4. Herkent u de troost die de Heilige Geest geeft?
5. Bidt u het gebed van David wel eens uit Psalm 51:6 berijmd? Wanneer bijvoorbeeld?