Overdenking op zondagavond 10 nov 2019: HC antw 31c en 32c

15 november 2019

Heidelberger catechismus,
Zondag 12 vraag en antwoord 31c/32c



Het koninklijk ambt

Ook voor het ambt van koning geldt: zo Hoofd, zo lichaam.  


1. de Christus

Jezus is Davids Zoon (Lucas 1:32). David, de onaanzienlijk. David, die eerst gestreden en verdragen heeft, David Die daarna koning werd.

Als koning was David ten eerste geestelijke leidsman, om het volk de HEERE te laten dienen. Ten tweede de generaal die het leger aanvoerde als er gevaar dreigde voor het volk.

Jezus is Koning. Ook van Hem geldt: geen gedaante noch heerlijkheid. En: eerst heeft Hij gestreden en verdragen. Daarna werd Hij Koning op Davids troon. Van Hem geldt ten eerste ten volle dat Hij Zijn volk regeert. Met Zijn Geest en Woord in hart omzet en verlangen geeft naar de dienst van de HEERE. Je krijgt er zin in en verheugt je erin om in Zijn dienst te zijn.

Ten tweede geldt van Hem dat Hij Zijn volk beschermt. Satan wil terughalen door vervolging, wanhoop, afbuiging, stilstand. Hij wil het schip nooit de haven laten bereiken. Maar Jezus heeft alle macht. Hij trekt de satan terug en Hij zorgt dat het geloof niet ophoudt. 

Wie heeft er zo’n Koning nodig? Degenen die hun hart niet mee kunnen krijgen, onwillig en zonder enige gevoel voor God. Degenen die zo zwak zijn dat zij zichzelf en hun geloof geen ogenblik staande kunnen houden. In deze Koning is alle heil!

Wat dunkt u van de Christus? 


2. de christen

Zo Hoofd, zo lichaam. Vanuit Christus krijgt elke christen koninklijke trekken. Allereerst in het strijden tegen de duivel en de zonde. Satan kan niet meer bij Jezus komen, daarom richt hij zich op Zijn volk. (Efeze 6:12-14) Met: erotiek, hebzucht, jaloezie, eerzucht, drift, gulzigheid, gemakzucht. 

Vanuit Christus strijdt de christen. Dat heeft verschillende lagen:

Ten eerste: waken. Waar zitten verzoekingen in verscholen? Waar gaat mijn hart naar uit?
Ten tweede: bidden. In plaats van overmoed het besef zeer zwak te zijn.
Ten derde: bewapenen. De wapenrusting van Efeze 6:15 ev dagelijks aantrekken.
Ten vierde: vermijden. Afstand bewaren voor waar ik makkelijk in val.
Ten vijfde: strijden. Niet toegeven in gemakzucht, maar ons teweerstellen. 

Wat moeten we ons vaak schamen. We hebben niet ten bloede toe tegengestaan. Het geheim is de verbinding met Christus. Van Hem uit strijden met een vrij (verzoend) en goed (oprecht) geweten. Dat is het christenleven van begin tot eind.

Het beeld van de stroomcentrale buiten het bergdorp. Zo in dit leven en na dit leven met Hem regeren. Delen in Zijn overwinning en heerlijkheid. Heersen over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. En eeuwig Hem aanbidden: Christus, Die vóór mij alles is en ín mij  alle deed. Als Profeet, Priester en als Koning.


Vragen om te bespreken of te overdenken:

  1. Kunnen we nog meer overeenkomsten en verschillen tussen David en Jezus bedenken?
  2. Wanneer en waardoor kwam u erachter dat u Koning Jezus nodig hebt? Of….
  3. Welke van de 5 lagen in de strijd tegen de duivel heeft u het meest te zeggen?
  4. Hoe houden we een vrij en goed geweten in deze strijd?
  5. Wat hebt u geleerd van deze catechismuszondag, dus van de preken over de 3 ambten van Christus en de christen?  


Terug


Bron: https://www.hervormdwaarder.nl/nieuws+en+overdenking/11465/Overdenking-op-zondagavond-10-nov-2019:-HC-antw-31c-en-32c.html