Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus, Zondag 11

Jezus de Zaligmaker

De verlossing. Dat omvat het heil in God de Vader (zondag 9-10). Het omvat ook het heil in God de Zoon (zondag 11-19)

1. Zaligmaken - het werk

Mattheus 1:21  Jezus is Zaligmaker en dat is Redder. Redder van zonden. Zonden slepen ons het eeuwig verderf in. Zaligmaken van zonden is dus: een nieuw hart geven dat de zonde haat. Dat is absoluut nodig om in de hemel te kunnen komen.

Daarvoor is nodig dat Jezus bij ons kan komen: de deur van vloek en schuld van de grendel kan en mag halen. Daarvoor is Jezus gekomen. Als Gekruisigde en Opgestane doet Hij dat. Hij haalt achter slot en grendel vandaan en Hij vernieuwt het hart.

Weten we hiervan? Dan zullen we Hem liefhebben Die van de hemel naar de aarde kwam, naar het kruis, nedergedaald ter hel, in de dood, weer opstond om mij te zoeken en zalig te maken. Van begin tot eind.

2. Zaligmaken - het begin

Lucas 19:10 en I Timotheus 1:15  Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Zo verloren dat het niet beseft dat het verloren is (Zacheus). Paulus zegt: Jezus Christus is gekomen om zondaren zalig te maken. Geen zondaren met een bepaald voorvoegsel (ernstig, zoekend, berouwvol) maar: zondaren als Paulus op weg naar Damascus.

Alles moet wel maar niet eerst (ds C. den Boer). Overgave aan Jezus, de Zaligmaker. Voorbeeld van de man aan het touw van het brandend schip. “Laat los”. Alles loslaten om te vallen in Jezus armen. God kan vele wegen gebruiken om daartoe te brengen.

Vreselijk is alles wat ons weerhoudt om ons aan Jezus over te geven.

3. Zaligmaken - het einde

Hebreeen 7:25  Jezus kan volkomen zaligmaken. Dat is het unieke van het christendom! Zeker zalig worden en zeker tot het einde toe zullen volhouden.

Dat is Zijn liefde: ondanks al onze terugkerende zonden, onze ondankbaarheid: Hij blijft getrouw en bidt.

Dat is Zijn macht: ondanks alle aanvallen van de boze (wanhoop, drukte, zonde, lijden, vervolging) houdt Jezus het geloof in stand: Hij is machtig en bidt. Ten einde toe.

De kennis van deze Zaligmaker verdiept de dankbaarheid: wat is Hij het waard gedankt en gediend te worden. En het verdiept de zondekennis en zondesmart: wat schrijnend en beschamend tegen Hem toch weer te zondigen. 

Wat heerlijk om deze Zaligmaker eens te zien. Volkomen verlost te zijn. Bruidegom en bruid verenigd.

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Hebt u de Heere Jezus lief? Als dat zo mag zijn, waarom hebt u Hem lief?
2. Waar komt die strijd rondom de overgave aan Jezus, de Zaligmaker, door?
3. “Alles moet wel, maar niet eerst”. Helpt die uitspraak u of juist niet. Hoe komt dat?
4. Herkent u het dat er in Jezus zo’n enorme zekerheid ligt? Waardoor komt het als die zekerheid niet zo beleefd wordt?
5. Maakt de kennis van de Zaligmaker u dankbaar(der) voor God en verdrietig(er) over de zonde? Waarom (niet)?