Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus, Zondag 3 en 4, vraag en antwoord 6, 7 en 9

Schriftlezing: Genesis 3:1-6 en Romeinen 5:18-19

Drie draden verbinden een zondaar met Christus. Kennis van ellende, van verlossing en van dankbaarheid. De eerste draad: kennen van onze ellende. We zagen: dat heeft te maken met de wet (zondag 2a) en dat brengt ons bij onze zondige natuur (zondag 2b).

Eén gebeurtenis

Dat heeft ook te maken met de zondeval: antwoord 7a. Die ene gebeurtenis in Gods goede schepping. Alles, ook de mens was goed geschapen, er was geen enkele reden om te zondigen. (contra de evolutietheorie)

Satan kwam (antwoord 9 / Genesis 3:1-6) en vroeg:
- mag je echt niet overal van eten?
- zou je er echt voor gestraft worden als je het wel doet?
- zou God je het goede soms niet echt gunnen?

Adam en Eva zondigden. Dat was:
- overtreding van Gods gebod,
- opstand tegen God en
- verdachtmaking van God.

De trekken van deze ‘moederzonde’ zitten in alle zonden. Daarom is zonde zo erg. Verbeelding, verzet, verdachtmaking. Om te wenen, om ons te schamen. Zo erg, zo ongehoord is zonde. Levenslang leren. Wat een wonder dat God zulke mensen opzoekt. Wat een schande dat ook opgezochte mensen toch weer zondigen.

Drie gevolgen

De tijdelijke dood. (Romeinen 4:23 en Hebreen 9:27) Sterven is niet iets gewoons of luchtigs. Maar wijst ons op de zondeval. Ons leven is genadetijd, voorbereidingstijd, kortstondig.

Dankzij Jezus, de volmaakt gehoorzame, is de dood voor de Zijnen een doorgang naar het eeuwige leven en wordt dit leven voorbereiding op de eeuwige heerlijkheid.

De geestelijke dood. (Antwoord 7b.) We hebben dezelfde aard als Adam en Eva in de zondeval. Kijken brengt zo vaak tot zondigen. We komen in opstand tegen God want we zoeken zelf eer. En we houden God voor verdacht in Zijn Evangelie. Uit ons komt nooit geloof op.

Dankzij Jezus, Die de duivel weerstond, is er de Heilige Geest, Die wedergeboorte geeft en Die tot geloof brengt.

De eeuwige dood. (Romeinen 5:18-19) In Adam zijn allen mensen de verdoemenis onderworpen. Want wij behoren bij Adam en bewijzen dat elke dag. Of willen we niet toegerekend krijgen wat Adam kreeg? Willen we op onszelf staan: los van Adam, los van Christus? Wat fataal zal dat aflopen! Onze diepste ellende is dat wij in Adam zijn van nature. Als we dat niet zien, zoeken we ook niet de echte verlossing.

Dankzij Jezus is er verlossing. En verlossing is dat wij in Christus komen. Van schip overgezet worden. Al het andere helpt niet, want het laat ons in Adam blijven. Verlossing is dat we worden overgezet, losgemaakt van Adam, en ingeplant in Christus. 

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Welke (nieuwe) inzichten over de zonde hebt u gekregen?
2. Kun je christen zijn en de zondeval ontkennen?
3. Wat is een Bijbelse beleving van het sterven?
4. Wat is de diepste kern van ‘zonde’?
5. Welke foutieve gedachten over wat verlossing is hebben we makkelijk?
6. Bent u in Adam of in Christus?